donderdag 3 april 2025

Het NTR-programma Focus wijdde onlangs een aflevering aan kwetsbare fietsers. In deze aflevering zien we Adriaan van Dis, de 78-jarige Nederlandse schrijver die als oudere fietser zijn zorgen uit over het risico op een fietsongeval. Zijn conclusie: hij stopt met fietsen. Helaas is hij daarin geen uitzondering. Door toenemende drukte op de fietspaden en grotere verschillen in snelheden, zijn steeds meer ouderen angstig om te fietsen. En dat terwijl lang blijven fietsen juist goed is voor de gezondheid, sociale inclusie en zelfredzaamheid. Hoe zorgen we er met zijn allen voor dat fietsen toegankelijk blijft voor de oudere fietser?

De zorgen die ouderen hebben over hun veiligheid in het verkeer zijn terecht. Recente cijfers vanuit het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL laten zien dat in 2023 naar schatting 28.600 55-plussers een Spoedeisende Hulp afdeling (SEH) bezochten vanwege een fietsongeval (botsing of val met de fiets). Een stijging van 31 procent in de afgelopen 10 jaar. Driekwart van de oudere slachtoffers van 55 jaar en ouder had ernstig letsel. Eén op de vijf oudere fietsslachtoffers had hersenletsel als gevolg van het fietsongeval. Ook stierven er in dat jaar 270 mensen ten gevolge van een fietsongeval. Driekwart van de overledenen was 50 jaar of ouder. Serieuze cijfers die vragen om acties.  

Zo lang mogelijk deelnemen aan het verkeer

Langer blijven fietsen heeft veel voordelen. Zo is het gezond om in beweging te blijven als je ouder wordt, is fietsen een sociale activiteit voor ouderen en vergroot het de zelfredzaamheid; ook op latere leeftijd. Het is dan ook noodzaak om de veiligheid van fietsers in het verkeer te vergroten. Hiervoor is een veelvoud aan maatregelen nodig. Denk aan het aanpassen van de infrastructuur of handhaving van snelheden. Daarnaast kunnen fietsers zelf hun weerbaarheid in het verkeer vergroten; onder meer door het volgen van een training gericht op het voorkomen van fietsongevallen. Er worden landelijk verschillende trainingen en voorlichtingsprogramma’s voor oudere fietsers aangeboden. Bijvoorbeeld in het kader van het programma Doortrappen. Doortrappen stimuleert regionaal en lokaal het opzetten van initiatieven voor de oudere fietser, onder het motto: ‘veiliger fietsen tot je 100ste’.

Training voor het voorkomen van fietsongevallen

Hoewel fietsongevallen vaak complex van aard zijn, lopen ouderen mogelijk meer risico doordat zij vaker specifieke gezondheidsproblemen hebben, naast algemene achteruitgang van hun motorische-, cognitieve- en sensorische functies. Met deze achteruitgang zijn oude fietsgewoontes niet altijd meer voldoende veilig. Een training ter voorkomen van een fietsongeval kan ouderen mogelijk helpen. Welke trainingen in Nederland specifiek effectief zijn om fietsongevallen bij ouderen te voorkomen, is nog niet onderzocht. Wel blijkt uit een recente verkenning dat er drie hoofdelementen belangrijk zijn voor een interventie, namelijk: beweegtraining, fietsvaardigheidstraining en voorlichting. De beweegtraining richt zich op het trainen en onderhouden van lichamelijke functies zoals spierkracht, flexibiliteit en conditie. Met de fietsvaardigheidstraining krijgen ouderen oefeningen aangeboden met fiets-specifieke taken zoals op- en afstappen, wegrijden, balanceren, manoeuvreren en remmen. Als laatste is het belangrijk om voorlichting aan te bieden over veilig gedrag. Hierbij wordt het risicobewustzijn vergroot en leren ouderen welke fietsveilige maatregelen zij zelf kunnen nemen. Voor een zo groot mogelijk impact is het belangrijk dat de drie elementen terugkomen in de interventie en dat interventies structureel worden aangeboden aan ouderen.  

De fietshelm

Een andere maatregel die ouderen kunnen nemen om zichzelf te beschermen in het verkeer is het dragen van een fietshelm. Het dragen van een fietshelm voorkomt geen ongevallen, maar kan wel veel leed voorkomen. Geschat wordt dat wanneer alle fietsers in Nederland een helm zouden dragen, er jaarlijks 100 tot 110 verkeersdoden en tussen de 1700 en 1900 ernstig verkeersgewonden kunnen worden voorkomen. Echter, naar schatting draagt slechts 5 procent van de mannelijke fietsers en 3 procent van de vrouwelijke fietsers in Nederland een fietshelm. Dit percentage is het laagste wereldwijd. Grootste obstakels voor het dragen van een fietshelm zijn dat het vervelend is om te dragen, dat het ‘niet nodig’ wordt gevonden, dat het lastig is om bij je te hebben en dat weinig andere mensen een helm dragen. Een enkele studie vindt aanwijzingen dat fietsers met een fietshelm zich gevaarlijker gaan gedragen, of dat andere verkeersdeelnemers zich onveiliger gedragen bij fietsers met een fietshelm (gedragsadaptatie), maar verreweg de meeste studies vinden geen bewijs voor dit soort onbedoelde negatieve effecten van een fietshelm.

Denemarken als rolmodel  

In Nederland is (nog) geen draagvlak voor een helmplicht. Veel Nederlandse organisaties en belangenverenigingen zijn wel vóór het stimuleren van een fietshelm. Dat het stimuleren van een fietshelm effectief kan zijn, blijkt uit een langlopende aanpak in Denemarken. Daar wordt veel gebruik gemaakt van campagnes om het dragen van fietshelmen te stimuleren. Naast massamedia campagnes richt men zich op de AAA-aanpak; Awareness, Availibility en Attractiveness. Als eerste wordt het bewustzijn van mensen vergroot door te informeren over het positieve effect van het dragen van een fietshelm, namelijk het voorkomen van hersenletsel. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat fietshelmen goedkoop en eenvoudig te verkrijgen zijn (Availability). Als laatste wordt er gekeken naar het verbeteren van het ontwerp van een fietshelm en het aanstellen van volwassenen als rolmodellen voor kinderen (Attractiveness). Toch kan deze aanpak hier niet de volledige groei in het gebruik van fietshelmen verklaren. Mogelijk neemt door de campagnes het aantal fietsers met een helm toe, waardoor het straatbeeld verandert en je als fietser niet meer opvalt als je een helm draagt. Een helm dragen wordt normaler. Dit kan een belangrijke drempel wegnemen voor andere fietsers om ook een helm te gaan dragen. Zo versterken campagnes en sociale normen elkaar.